Opgroeien met leegte in je hart. Als een pasgeboren baby een gezonde symbiose met de moeder ervaart, kan het een gevoel van veiligheid en geborgenheid ontwikkelen. De emotionele beschikbaarheid van moeder zorgt ervoor dat het kind diep in zichzelf kan landen en zich haar liefde eigen kan maken. Deze basis van zelfliefde en eigenwaarde neemt het vervolgens mee in latere relaties.
Als een kind de emotionele warmte en veiligheid van een moeder heeft moeten missen, groeit het op met een innerlijke leegte. De symbiose is niet goed tot stand gekomen en aangezien dat nodig is voor de vervulling van je basisbehoeften, blijft een kind ernaar zoeken – buiten zichzelf. Eerst bij andere hechtingsfiguren en later bij vrienden en/of bij liefdespartners.
Naast het bieden van een gezonde symbiose is een andere basistaak van een moeder: het kind loslaten en het de eigen autonome ontwikkeling gunnen, afgestemd op wat het kind aankan. Een kind is van nature nieuwsgierig en wil de wereld verkennen. Als een moeder dat stimuleert en een veilige bedding daarvoor biedt, voelt het kind haar vertrouwen. Het ontwikkelt daarmee de overtuiging dat je eigen weg volgen en de wereld ingaan veilig is.
Als je moeder jou niet de gezonde symbiose heeft kunnen bieden, komt er een vervorming. Bij een ongezonde symbiose ga je te veel versmelten met een ander en verlies je jezelf. Je verliest je eigenheid en raakt het contact kwijt met jezelf, je behoeften en verlangens. Er zijn geen gezonde grenzen meer tussen de ander en jou.
Als je emotioneel voor je moeder moest zorgen, wordt dat belangrijker dan voor jezelf zorgen. Want je bent van haar afhankelijk. Dit patroon zet je voort in alle relaties maar vooral in een relatie met je liefdespartner. De relatie met je partner laat je voorgaan op de relatie met jezelf. Dit kan zich uiten in vastklampen, willen versmelten en voortdurend samen willen zijn. En je wordt een behoeftige partner. Dit kenmerkt zich door je moeite om alleen te zijn, je te snel te hechten of in een nieuwe relatie te storten, jezelf makkelijk weg te geven, voortdurend op zoek zijn naar bevestiging, alles voor de ander willen doen.
Én een ongezonde autonomie leidt tot bindingsangst. Je hebt je losgekoppeld van je moeder en bent het alleen gaan doen. De angsten en behoeften van je moeder gingen vóór op jouw natuurlijke autonomie-ontwikkeling. Dat leidt tot verstikking. In een relatie zorgt dat ervoor dat je bang bent om je eigen ruimte te verliezen. Dat de toenadering van de ander snel te veel is. Dat je rigide grenzen stelt om je eigen territorium te bewaken. Dat je eeuwig twijfelt en dat je jezelf niet meer aan een ander geeft. Aan de buitenkant lijk je als bindingsangstige partner vaak enigszins koud, alsof je de ander gemakkelijk aan de kant zet. Vanbinnen voel je vaak vele emoties, verwarring, paniek en een diep gevoel van eenzaamheid.
Deze twee bewegingen en patronen zie ik vaak terug bij vrouwen en ze zijn altijd terug te herleiden naar de diepe oude moederwond. Maar weet dat dit alles te helen is, ik vind dit altijd een rustgevende gedachten. Maar het gaat niet vanzelf, de bereidheid om de realiteit onder ogen te komen is de sleutel. Ik kan je hierbij begeleiden en ondersteunen, ook zullen deze thema’s terugkomen in mijn vrouwenretreat. Voel je vrij om even te kijken en te voelen of dit retreat voor jou passend is op dit moment.
Liefs, Susanne